Aan de slag met tekstloze prentenboeken en praatplaten voor alle leeftijden

Inleiding

Tekstloze prentenboeken en praatplaten zijn fantastische hulpmiddelen om taalontwikkeling en meertaligheid te stimuleren. Dit geldt zowel voor de taalleerders met Nederlands als thuistaal (NT1) als voor taalleerders voor wie Nederlands de tweede taal is (NT2). Ze vormen een perfect middel om in te zetten bij de gezinsaanpak, het stimuleren van meertaligheid en het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid.

Deze handreiking is bedoeld als een praktisch hulpmiddel. Er zijn dertien werkvormen uitgewerkt die zowel  onderwijs- en bibliotheekprofessionals als vrijwilligers kunnen inzetten in de klas, bijvoorbeeld bij BoekStart-bijeenkomsten, VoorleesExpress-sessies, in de kinderopvang, bij azc’s en Taalcafés.


Bij elke werkvorm staat beschreven voor welke doelgroep(en) je deze kunt inzetten en welke titels of praatplaten geschikt zijn voor die specifieke vorm. De meeste prentenboeken worden gemaakt voor een jonge doelgroep, maar er zijn ook een aantal prachtige tekstloze prentenboeken gemaakt speciaal voor volwassenen.

Wil je direct door naar de verschillende werkvormen? Klik dan hier.

Veel lees-, vertel- en kijkplezier!

Aan de slag met tekstloze prentenboeken en praatplaten voor alle leeftijden

Mogen we 2 minuutjes van je tijd?

Zou je even tijd willen nemen om onze enquête in te vullen? Zo kunnen we in de toekomst nog beter aansluiten bij je interesses. Alvast bedankt! (De data worden niet aan derden verstrekt) 

Oops! Something went wrong while submitting the form.

    Dank voor je antwoorden!

Samen in gesprek

Tekstloze prentenboeken en praatplaten zijn hulpmiddelen om samen in gesprek te gaan. Ze geven ruimte voor het vinden van eigen woorden, eigen interpretaties en verbeelding. Een echte inspiratie voor gesprekken!

Prentenboeken zonder woorden vereisen een andere manier van ’voorlezen’, die meer neerkomt op samen kijken en ontdekken. Vaak nemen de kinderen daarbij zelfs de leiding. Zij zien details op de tekeningen die volwassenen niet eens opvallen en zijn meestal prima in staat daar een eigen verhaal bij te bedenken.
Bas Maliepaard - Kinderboekenrecensent in Trouw

Tekstloze prentenboeken

Tekstloze prentenboeken bevatten dus juist veel tekst; je moet deze alleen nog zelf formuleren. Juist dankzij die vrijheid, kun je zelf kiezen in welke taal of welk dialect je het verhaal vertelt. Of je kunt eerst in de moedertaal en dan in de tweede taal aan de slag. Die kenmerken maken tekstloze boeken heel geschikt voor het stimuleren van taalvaardigheid in het Nederlands én in andere talen of dialecten.

Praatplaten

Net als tekstloze prentenboeken bieden praatplaten aanknopingspunten voor een gesprek. Een goede praatplaat roept vragen op en prikkelt de fantasie. Je kunt een gesprek voeren over wat er op de praatplaat staat, maar ook doorvragen naar eigen ervaringen. Bijvoorbeeld: “Kijk, ik zie iemand van de duikplank springen. Heb jij dat ook wel eens gedaan? Hoe vond je dat?”. 


Cubiss ontwikkelde een praatplaat met daarop al enkele voorbeeldvragen.

Ook voor volwassenen

Er zijn een aantal mooie tekstloze prentenboeken en praatplaten voor volwassenen. Ze zijn een dankbaar hulpmiddel voor volwassen NT1’ers om hun schrijfvaardigheid mee te oefenen. Daarom vind je verderop in deze handreiking ook werkvormen die geschikt zijn voor volwassenen. Je kunt ze inzetten als je één-op-één met volwassenen werkt aan taal, maar ook in groepsverband. 

Het gesprek op gang houden

Zorg ervoor dat het niveau van je vragen past bij het niveau van het kind of de volwassene met wie je spreekt. Start, zeker als je in gesprek bent met kinderen, met eenvoudige, gesloten vragen. Zo bouw je aan het zelfvertrouwen. Wanneer je merkt dat het kind een succeservaring heeft kun je overstappen op wat meer open vragen. Stel echter niet te veel vragen, want dat kan leiden tot concentratieverlies. Je helpt ook door juist zelf te vertellen.

Marleen van der Leij – projectleider VoorleesExpress/ervaringsdeskundige

“In mijn werk als projectleider van de VoorleesExpress raad ik tekstloze prentenboeken en praatplaten aan bij onze vrijwillige voorlezers. Van ouders én voorlezers hoor ik vaak terug dat ze nog niet zo bekend zijn met tekstloze prentenboeken maar dat ze het wel zien als welkome afwisseling/aanvulling. Het kan voor ouders echt een verademing zijn: het hóeft niet in het Nederlands, het hóeft niet met tekst, het kan ook anders!”

Geschikt voor ondersteunen meertalige gezinnen

Erken en waardeer andere talen

Als pedagogisch medewerker, leerkracht en leesconsulent werk je aan het gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen van kinderen. Waardering voor de thuistaal zorgt voor deze gevoelens. Met de juiste opstelling kun jij ervoor zorgen dat kinderen (en ouders) trots zijn op hun thuistaal en het feit dat ze meerdere talen spreken. 


Maak hierbij geen onderscheid tussen verschillende thuistalen; elke taal is waardevol, of het nou dialect is, Engels of een minderheidstaal zoals Pools. Kinderen hebben profijt van elke vorm van meertaligheid én hun thuistaal is een deel van hun identiteit. Wanneer een kind de thuistaal goed leert spreken ontwikkelt het taalgevoel dat bij het leren van een andere taal ook nodig is. Zo leren zij de tweede taal over het algemeen makkelijker.

Praat Nederlands met me!

Cubiss ontwikkelde de publicatie ‘Praat Nederlands met me!’ waarin tips gegeven worden om anderstalige kinderen op een stimulerende manier kennis te laten maken met het Nederlands.

Vindbaarheid tekstloze prentenboeken en praatplaten

Tip voor de kinderopvang

Het onderwijs en de taalcafés: Wil je aan de slag met tekstloze prentenboeken en praatplaten? Ga in gesprek met een medewerker van de Bibliotheek in de buurt. Zelf tekstloze prentenboeken aanschaffen kan natuurlijk ook. In boekhandels zijn veel leuke titels te vinden.

Tip voor de Bibliotheek

In veel (school)bibliotheken staan tekstloze prentenboeken tussen de andere prentenboeken. Dat maakt dat ze niet goed vindbaar zijn. Zet tekstloze prentenboeken daarom bij elkaar en maak zichtbaar dat ze geschikt zijn voor iedereen, ongeacht de thuistaal. Geef je een rondleiding aan ouders, wijs ze dan op de tekstloze prentenboeken.

Werkvormen

Aan de slag!

We hebben een aantal leuke werkvormen voor je uitgezocht waarmee je aan de slag kunt. Veel plezier en succes ermee! Klik op de titel van de werkvorm naar keuze. Je komt weer eenvoudig terug op deze pagina.

Kinderen vanaf 2 jaar

  • Samen een verhaal verkennen – groep jonge kinderen

  • Samen een verhaal verkennen

  • Boekenpret met een tekstloos prentenboek

Kinderen 8+

  • De langste zin

  • Wat zie je?

  • Poëzie

  • Samen een verhaal verkennen

  • Het verhaal van...

  • Raadsels

  • Bingo

  • Verboden woord

  • Woordenschatspeurtocht 

  • Boekenpret met een tekstloos prentenboek

Kinderen 10+

  • De langste zin

  • Poëzie

  • Samen een verhaal verkennen

  • Het verhaal van...

  • Raadsels

  • Bingo

  • Verboden woord

  • Woordenschatspeurtocht

  • Boekenpret met een tekstloos prentenboek

Volwassenen NT1

  • De langste zin

  • Poëzie

  • Het verhaal van...

  • Bingo

  • Verboden woord

  • Praatplaten oudercafé

  • Woordenschatspeurtocht

  • Boekenpret met een tekstloos prentenboek

Volwassenen NT2

  • De langste zin

  • Wat zie je?

  • Poëzie

  • Samen een verhaal verkennen

  • Samen een verhaal ervaren

  • Het verhaal van...

  • Raadsels

  • Bingo

  • Verboden woord

  • Praatplaten oudercafé

  • Woordenschatspeurtocht

  • Boekenpret met een tekstloos prentenboek

Literatuur & links

Verdiepende literatuur

  • Arizpe, E., Colomer, T., & Martínez-Roldán, C. (2014). Visual Journeys Through Wordless Narratives. Geraadpleegd op 30 juli 2020. Link naar webpagina.

  • Cummins, J. (2001). “Bilingual Children ’s Mother Tongue: Why Is It Important for Education?”. Sprogforum 19: 15-20.

  • Deshmukh R. S., Zucker T. A., Tambyraja S. R., Pentimonti J. M., Bowles R. P., Justice L. M. (2019). Teachers’ use of questions during shared book reading: Relations to child responses. Early Childhood Research Quarterly, 49, 59-68.

  • Grøver, V., Rydland, V., Gustafsson, J.-E., & Snow, C.  (in press). Shared book reading in preschool supports bilingual children’s second language learning: A cluster-randomized trial. Verschijnt binnenkort in Child Development.

  • Rutu Foundation for Intercultural Multilingual Education. (2020, 27 juli). Alle talen zijn welkom. Geraadpleegd op 30 juli 2020. Link naar webpagina.

Interessante links

Dank!

We zijn erg benieuwd naar jouw mening over deze handreiking.
Alvast bedankt voor het invullen!

Oops! Something went wrong while submitting the form.

Dank voor je feedback!

Colofon

Deze publicatie is opgesteld door het expertiseteam Gezinsaanpak van Cubiss en is mede mogelijk gemaakt door de provincies Limburg en Noord-Brabant.



www.cubiss.nl

© Cubiss, 2020


Creatie & techniek: soul.builders - Eindhoven

Werkvorm 1

De langste zin

Schrijf een zin met daarin zoveel mogelijk woorden die op de afbeelding staan.

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • 1 praatplaat of 1 spread uit een tekstloos prentenboek. 
  • Voor iedereen een pen en papier.

Voorbereiding:

Kies een praatplaat of een spread uit een tekstloos prentenboek. Zorg dat de afbeelding aansluit bij een actueel thema of een onderwerp dat in andere lessen aan bod is gekomen. Hoe taalvaardiger de deelnemers, des te meer details ze aankunnen. Bespreek de plaat eerst gezamenlijk.

Geschikte titels:

  • Zaterdag van Saskia Halfmouw 
  • Praatplaten
  • Zoekboeken van Jan van Haasteren (zeer veel details)
  • Alfabet en Nederland van Charlotte Dematons (zeer veel details)

Aan de slag:

Zorg dat iedereen de afbeelding goed kan zien, ook de details.


Ronde 1:
Opdracht: Maak een zin die beschrijft wat er op deze afbeelding staat. Maak de zin zo lang mogelijk. Je krijgt 3 minuten de tijd. De zin moet grammaticaal correct zijn.


Ronde 2:
Wissel van papiertjes. Je krijgt nu 3 minuten de tijd om de zin die iemand anders in ronde 1 heeft opgeschreven nog langer te maken.

Werkvorm 2

Wat zie je? ​​​​

Schrijf in 2 minuten zoveel mogelijk woorden op die op de afbeelding staan.

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • 1 praatplaat of 1 spread uit een tekstloos prentenboek.
  • Voor iedereen een pen en papier.

Voorbereiding:

Kies een praatplaat of een spread uit een tekstloos prentenboek. Zorg voor een afbeelding met veel details. Doe je deze werkvorm met deelnemers die nog weinig Nederlands spreken? Bespreek de afbeelding dan eerst in de groep.

Geschikte titels:

  • Alfabet of Nederland of De gele ballon van Charlotte Dematons
  • Een huis vol van Doro Göbel
  • Zaterdag van Saskia Halfmouw

Aan de slag:

Zorg dat iedereen de afbeelding goed kan zien, ook de details. Geef de deelnemers 2 minuten de tijd om zoveel mogelijk woorden op te schrijven die ze op de afbeelding zien.


Tip:

Geef meertalige kinderen de vrijheid om de woorden in hun thuistaal op te schrijven. Bij het nabespreken kunnen ze de Nederlandse vertaling toevoegen aan hun lijstje.


Bespreek de lijstjes achteraf en laat de voorwerpen ook aanwijzen (zo leren de deelnemers van elkaar). Afhankelijk van het niveau en de leerwensen van de groep besteed je wel of geen aandacht aan de schrijfwijze.


Tip!

Als je Alfabet van Charlotte Dematons gebruikt, dan beginnen alle letters op een pagina met dezelfde beginletter. Bij dit boek is een app voor scholen ontwikkeld die geschikt is voor het digibord. Je kunt een woord aanklikken en dan zie je waar op de plaat dat woord staat. Voor thuis is er een website.

Werkvorm 3

Poëzie

Schrijf een gedicht dat geïnspireerd is op een tekstloos prentenboek of praatplaat.

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Voor elke deelnemer een exemplaar van het tekstloze prentenboek of kopieën van de platen.
  • Voor iedereen een pen en papier.
  • Instructie over de dichtvorm.

Voorbereiding:

Kies een praatplaat of een spread uit een tekstloos prentenboek. Zorg voor een afbeelding met veel details.

Geschikte titels:

  • Lego Harry Potter: een magisch zoek- en vindboek
  • Nederland en De gele ballon van Charlotte Dematons
  • Zaterdag en Zoek! van Saskia Halfmouw
  • Een dagje aan zee van Germano Zullo & Albertine

Aan de slag:

Bespreek het tekstloze prentenboek of de praatplaat met de groep. Deel vervolgens de prentenboeken (of gekopieerde platen) uit. Elke deelnemer moet minimaal één plaat hebben.


Stap 1: 

Leg uit dat de deelnemers woorden kunnen verbinden aan wat ze zien en geef ze de opdracht om zoveel mogelijk woorden op te schrijven.


Stap 2: 

Gebruik de woorden die je hebt opgeschreven om een gedicht te schrijven. Dit kan bijvoorbeeld een limerick of elfje zijn, maar je kunt deelnemers ook een ‘gewoon’ gedichtje of sonnet laten schrijven.


Een voorbeeld van een elfje gebaseerd op het tekstloze prentenboek ‘Nederland’ van Charlotte Dematons als inspiratie.

Boskabouter
Staat daar 
Tussen de tulpen 
Staart in de verte 
Nederland

Werkvorm 4

Samen een verhaal verkennen

Lees samen een tekstloos prentenboek, 1 op 1 of in een kleine groep en bespreek de drie E’s (Emoties, Ervaringen, En nu?).

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • 1 tekstloos prentenboek of praatplaat

Voorbereiding:

Kies een geschikt boek voor je doelgroep. Bekijk eventueel het verhaal alvast een keer en bedenk wat
logische afbeeldingen zijn om over door te praten.

Geschikte titels voor kinderen vanaf 2 jaar:

  • Naar de markt van Noëlle Smit
  • Monkie van Ingrid en Dieter Schubert
  • Eendje achterna! van Magnus Weightman

Geschikte titels voor kinderen van 4 tot 10 jaar:

  • Ik neem je mee van Linde Faas
  • De reis van Anno van Mitsumasa Anno
  • De streep van Natascha Stenvert
  • De grote dag van Arnoud Wierstra
  • Bosch van Thé Tjong-Khing

Geschikte titels voor volwassenen en kinderen van 10 jaar:

  • Op reis van Aaron Becker
  • Mirror van Jeannie Baker
  • De aankomst van Shaun Tan (dit is een dik boek, zorg dat je de tijd hebt)

Aan de slag:

Lees het boek of bekijk de praatplaat. Bespreek samen wat je ziet. Er zijn drie onderwerpen die je eigenlijk altijd kunt bespreken (de drie E’s):

  • Emoties: Hoe voelt ... zich?
  • Ervaringen: Heb jij dat ook wel eens gedaan of meegemaakt?
  • En nu?: Hoe denk je dat het verder gaat?

Werkvorm 5

Samen een verhaal ervaren

Ervaar met een groep anderstaligen een verhaal, ieder in zijn eigen taal (bijvoorbeeld geschikt voor in het AZC).

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • 
1 tekstloos prentenboek

Voorbereiding:

Kies een boek met een duidelijke verhaallijn.

Geschikte titels:

  • Blommetjes van Jon Arno Lawson en Sydney Smith
  • Flotsam van David Wiesner
  • Mirror van Jeannie Baker
  • Waarom? van Nikolai Popv (let op, dit verhaal gaat over (de zinloosheid van) oorlog)

Aan de slag:

Ga zo zitten dat iedereen de illustraties goed kan zien. Laat de bladzijdes één voor één zien zonder zelf iets te zeggen. Ga wel in op de reacties van de deelnemers. Laat iedereen zeggen wat ze willen zeggen, in de taal die ze willen. Geef daarbij geen beurten, maar wacht op spontante reacties.

Is het boek uit? Vraag dan (ondersteund door gebaren) om een reactie.

Werkvorm 6

Samen een verhaal verkennen – groep jonge kinderen

Lees met een groep jonge kinderen (bijvoorbeeld bij een Boekstart-bijeenkomst) een tekstloos prentenboek.

“Tekstloze prentenboeken maken interactief voorlezen een feestje. Ik vraag de hele tijd wat er gebeurt, wat ze zien, hoe iemand kijkt, wat gaat er gebeuren? En kinderen willen dat allemaal dolgraag vertellen. Het wordt dan ook vaak een beetje een dolle boel.”
Miriam Bakker (Jeugdbibliothecaris in Hilversum en NBD Biblion Jeugdspecialist 2020)

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • 
1 tekstloos prentenboek

Voorbereiding:

Kies een boek met een duidelijke verhaallijn.

Geschikte titels:

  • Ik neem je mee van Linde Faas 
  • Grijp ze! van Henning Löhlein
  • De paraplu of Monkie van Ingrid en Dieter Schubert

Aan de slag:

Tijdens een voorleesmoment in de bibliotheek (zoals een BoekStart-bijeenkomst) of op locatie kun je natuurlijk ook een tekstloos prentenboek ‘lezen’ met de kinderen. Als de ouders (of pedagogisch medewerkers) aanwezig zijn bij de bijeenkomst sla je twee vliegen in één klap. Samen met de kinderen ontdek je het verhaal én je geeft het goede voorbeeld aan de ouders.


Vertel de kinderen dat je een boek gaat lezen waar geen letters in staan en dat je daarom hulp nodig hebt bij het vertellen van het verhaal. Door de afwezigheid van de letters expliciet te benoemen (en misschien zelfs het verschil te laten zien met een boek met letters) help je kinderen bewust te worden van de functie die letters hebben in boeken. Je stimuleert de ontluikende geletterdheid.


Help de kinderen op weg door vragen te stellen, geef complimentjes en geef zelf het goede voorbeeld door te vertellen wat je ziet.


Tip!

Is de bijeenkomst in de bibliotheek? Zeg dan aan het eind van de bijeenkomst tegen de kinderen dat je een geheimpje hebt: in de bibliotheek staan nog veel meer boeken zonder letters! Verklap ze waar ze deze boeken kunnen vinden, zodat ze thuis met hun ouders ook zelf verhalen kunnen verzinnen. Vertel ze dat ze dat mogen doen in de taal die ze zelf het liefste spreken.

Werkvorm 7

Het verhaal van...

Elke deelnemer schrijft het verhaal van één van de terugkerende personages op.

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Voor iedereen een exemplaar van het tekstloze prentenboek (of kopietjes van alle spreads)
  • Voor iedereen pen en papier 

Voorbereiding:

Kies een tekstloos prentenboek waarin verschillende personages op elke spread terugkomen.

Geschikte titels:

  • Waar is de taart? van Thé Tjong-Khing
  • Een dagje aan zee van Germano Zullo & Albertine 
  • Zonnige zomer Kijk en zoekboek (of een ander seizoen) van Rotraut Susanne Berner. 

Aan de slag:

  • Laat iedereen een eigen personage kiezen en per afbeelding opschrijven wat het personage meemaakt.

  • Bespreek uiteindelijk de verhalen met elkaar en geef de deelnemers die dat willen de kans om hun verhaal voor te lezen.

  • Maak een leuk boekje van de verhalen door de input per afbeelding te bundelen. Hou het overzichtelijk door elke deelnemer een eigen kleur tekst te geven.

Werkvorm 8

Raadsels

Laat deelnemers raadsels voor elkaar bedenken.

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Praatplaten en/of tekstloze prentenboeken

Voorbereiding:

Verdeel de groep in tweetallen en geef elk tweetal een boek of praatplaat.

Geschikte titels:

  • Een dagje aan zee van Germano Zullo & Albertine
  • De gele ballon, Holland en Alfabet van Charlotte Dematons
  • Zoekboeken van Jan van Haasteren (zeer veel details)
  • Een huis vol van Doro Göbel

Aan de slag:

Laat de leerlingen om de beurt een raadsel verzinnen gebaseerd op de afbeelding.

De raadsels kunnen verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld:

  • Het is groen en ligt op de kast
  • Het woord heeft 5 letters en begint met een 'p’
  • Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is ….

Werkvorm 9

Verboden woord

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Een tekstloos prentenboek passend bij de leeftijd van de taalleerder

Voorbereiding:

Zorg voor de aanwezigheid van een tekstloos prentenboek en zorg ervoor dat je de mogelijkheid hebt om één kind steeds met het boek te kunnen isoleren van de rest van de groep, terwijl hij of zij een woord kiest voor het spel.

Geschikte titels:

Titels met zoveel mogelijk details zijn perfect voor deze werkvorm.

  • Zaterdag en Zoek! Van Saskia Halfmouw
  • De boomhut van Ronald en Marije Tolman
  • Eiland van Mark Janssen
  • Naar de markt van Noëlle Smit
  • Alfabet, Holland en De gele ballon van Charlotte Dematons

Aan de slag:

Behandel eerst klassikaal het tekstloze prentenboek naar keuze. Roep vervolgens één voor één deelnemers naar voren en laat ze even in het geheim (bijvoorbeeld op de gang) in het prentenboek neuzen om een woord uit te kiezen. Dat woord legt de deelnemer vervolgens uit volgens de formule van ‘verboden woord’. Het betreffende woord of delen ervan mogen in de uitleg dus niet genoemd worden (ook geen letterlijke vertaling). De deelnemer moet dus proberen met andere woorden het woord uit het tekstloze prentenboek uit te leggen. De rest van de groep mag raden.

Werkvorm 10

Praatplaten oudercafé

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Een praatplaat die ook geschikt is voor kinderen (liefst de praatplaten die op school ook behandeld zullen gaan worden) 

Voorbereiding:

Probeer een samenwerking aan te gaan met de school van de kinderen van je doelgroep. Je kunt dan dezelfde praatplaten gebruiken die op school met de kinderen worden behandeld. Organiseer vervolgens een oudercafé rondom het thema ‘praatplaten’. Lukt het niet om een samenwerking met de school aan te gaan, dan is een activiteit rondom praatplaten in het oudercafé nog steeds zeer waardevol.

Geschikte titels:

Kies bij voorkeur de praatplaten die ook op school worden gebruikt. Lukt dat niet, kies dan praatplaten die voor kinderen leuk zijn. Houd bij de keuze van een plaat zoveel mogelijk rekening met de leeftijd van de kinderen van je deelnemers.

Aan de slag:

Praatplaten (en tekstloze prentenboeken) lenen zich goed voor een activiteit in het oudercafé of taalhuis. Je kunt ze inzetten om ouders te laten zien hoe je samen een afbeelding kunt verkennen. Behandel in het oudercafé een praatplaat en laat ouders ermee oefenen. Bekijk het stuk over ‘een gesprek op gang houden’ in deze handreiking voor tips voor het gebruiken van praatplaten en tekstloze prentenboeken.

Tip:
Met een samenwerking met de school van de kinderen van de doelgroep, sla je twee vliegen in één klap. Door met de ouders de praatplaten te bespreken die later ook in de klas aan bod komen, sluiten de activiteiten van kinderen en ouders mooi op elkaar aan. De cirkel is helemaal rond als de ouders en kinderen ook thuis in hun moedertaal over de praatplaat in gesprek gaan. Moedig ze aan om dat te doen.

Werkvorm 11

Woordenschatspeurtocht

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Een tekstloos prentenboek passend bij de leeftijd van de deelnemers
  • Kaartjes met figuren uit het tekstloze prentenboek
  • Een groter gebouw of buitenruimte voor de speurtocht
  • Een lokaal bij terugkomst
  • Een schrift en een pen per deelnemer 
  • (eventueel een device met tekstverwerker)

Voorbereiding:

  • Print plaatjes van voorwerpen en personages uit het tekstloze prentenboek naar keuze. Zet daarmee een speurtocht uit in de wijk, het gebouw, een park of andere buitenruimte in de buurt. Zorg ook voor een beschikbaar lokaal voor de aftrap van de speurtocht en vooral voor de terugkomst van de deelnemers na de speurtocht.


    Tip:
    Kies je voor een speurtocht door de wijk, dan is het leuk om bewoners erbij te betrekken. Laat bewoners een plaat voor hun raam, aan hun balkon of in hun tuin plakken.

Geschikte titels:

Alle titels zijn geschikt voor deze speurtocht, zolang ze zijn aangepast op de leeftijd van de deelnemers

Aan de slag:

Deze opdracht bestaat uit twee delen: 


Deel 1:
de deelnemers gaan eerst op zoek naar plaatjes uit het tekstloze prentenboek dat je hebt gekozen (het boek zelf hoeven ze nog niet per se vooraf gezien te hebben, maar dat mag wel). De deelnemers gaan op pad met een schrift en een pen om de door jou verstopte woorden te zoeken en deze (in hun eigen taal of het Nederlands, afhankelijk van je doel) op te schrijven. Hier geef je de deelnemers een bepaalde tijd voor. 


Deel 2:
Bij terugkomst schrijven de deelnemers een verhaal waarin ze de door hen gevonden woorden verwerken.

Werkvorm 12

Boekenpret met een tekstloos prentenboek

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Per kind één tekstloos prentenboek uit het aanbod van Boekenpret met het bijbehorende verwerkingsmateriaal

Voorbereiding:

  • Zorg ervoor dat je per kind een titel en het bijbehorende verwerkingsmateriaal van BoekenPret in huis hebt gehaald.

Geschikte titels:

Alle tekstloze titels uit het aanbod van BoekenPret met het bijbehorende verwerkingsmateriaal zijn geschikt voor deze werkvorm. Je kunt voor andere titels kiezen, maar dan moet je er zelf nog verwerkingsmateriaal bij ontwerpen.

Aan de slag:

Als je Boekenpret volgens de formule wilt inzetten, dan is het een cross-over-activiteit van peuterspeelzaal/school en thuis. In de groep op de peuterspeelzaal of school behandel je het tekstloze prentenboek in het Nederlands. De kinderen hebben het verhaal dan al gehoord en krijgen het tekstloze prentenboek mee naar huis samen met het verwerkingsmateriaal. Daar kunnen ouder en kind het verhaal nogmaals samen beleven en kunnen ze in het speelontdekboek samen spelen met het verhaal. Daar staan allerlei opdrachten in waardoor ouder en kind spelenderwijs het verhaal kunnen verwerken.


Tip:
Wil je het materiaal inzetten voor NT2-gezinnen, zorg er dan voor dat je het verwerkingsmateriaal in de betreffende thuistaal laat vertalen. Zo kun je het tekstloze prentenboek zelf in het Nederlands behandelen en kun je het verwerkingsmateriaal voor thuis in de thuistaal meegeven. Hiermee bevorder je meertaligheid. Wanneer je op deze meertalige aanpak inzet, is er ook iets voor te zeggen om de twee activiteiten om te draaien. Je behandelt het boek dan pas in de groep in het Nederlands nádat de kinderen en ouders er thuis in hun eigen taal mee aan de slag zijn geweest. Zoals eerder genoemd in deze handreiking, is namelijk uit onderzoek gebleken dat kinderen meer leren als ze een verhaal eerst in hun thuistaal hebben gehoord en daarna pas in het Nederlands


Wist je dat?

Bij Cubiss laten we in het kader van een pilot rondom meertaligheid en de gezinsaanpak het verwerkingsmateriaal in verschillende talen vertalen.

Werkvorm 13

Bingo

Doelgroep

  • Kinderen vanaf 2 jaar
  • Kinderen 8+
  • Kinderen 10+
  • Volwassenen NT1
  • Volwassenen NT2

Vaardigheid

  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Spreken
  • (creatief) Schrijven
  • Inleven in een verhaal

Setting

  • 1 op 1
  • Kleine groep
  • Grote groep
  • In het gezin

Wat heb je nodig?

  • Een tekstloos prentenboek passend bij de leeftijd van de taalleerder 
  • Kopieën van platen uit het boek
  • Papiertjes met daarop de woorden van de gekopieerde platen 
  • Een ondoorzichtige beker of bak
  • Per deelnemer een lege bingokaart en een pen. 

Voorbereiding:

Hang vooraf kopieën van platen uit het tekstloze prentenboek op goed zichtbare plaatsen op en print per deelnemer een lege bingokaart uit.

Geschikte titels:

Titels met niet al te veel details zijn het meest geschikt. Anders is het veel te ingewikkeld om een woordenpot te maken waaruit je kunt grabbelen.

  • De paraplu of Monkie van Ingrid en Dieter Schubert
  • Grijp ze! van Henning Löhlein
  • De grote dag van Arnoud Wierstra (let op: sommige platen bevatten teveel details voor Bingo. Kies één van de platen met wat minder details)

Aan de slag:

Behandel in de groep het tekstloze prentenboek waarover je de bingo wilt gaan doen en geef vervolgens iedereen in de groep een lege bingokaart. Geef de opdracht dat de deelnemers zelf een woord van de platen moeten schrijven in elk vakje en start de bingo. Grabbel in je beker/bak en noem steeds het woord dat op het gegrabbelde briefje staat. Wijs het betreffende woord ook nog even aan op de plaat, zodat iedereen weet wat het woord is en welk plaatje erbij hoort. 


Tip:
Sta erbij stil als iemand een ander woord heeft opgeschreven op zijn of haar kaart bij hetzelfde plaatje. Ga hierover in de groep het gesprek aan. Is het een synoniem? Is het toch iets heel anders? Waarom had diegene juist dát woord opgeschreven bij dat plaatje?

Cubiss - Iedereen Doet Mee!